-
1 réjouir
réjouir [ʀeʒwiʀ]➭ TABLE 21. transitive verb[+ personne, regard] to delight2. reflexive verb• se réjouir (à la pensée) que... to be delighted (at the thought) that...• réjouissez-vous ! rejoice!* * *ʀeʒwiʀ
1.
1) ( faire plaisir à) to delight [personne]; to gladden [cœur]l'idée du départ me réjouit/ne me réjouit pas — I am delighted/less than delighted at the thought of leaving
2) ( divertir) to amuse
2.
se réjouir verbe pronominal to rejoicese réjouir de quelque chose — to be delighted at [nouvelle]; to be delighted with [succès, projet]; to delight in [bonheur, malheur]
se réjouir à l'idée or à la pensée que — to be delighted at the thought that
* * *ʀeʒwiʀ vt* * *réjouir verb table: finirA vtr1 ( faire plaisir à) to delight [personne, regard]; ça me réjouit le cœur it gladdens my heart; l'idée du départ me réjouit/ne me réjouit pas I am delighted/less than delighted at the thought of leaving;2 ( divertir) to amuse.B se réjouir vpr to rejoice; il n'y a pas de quoi se réjouir there is no cause for rejoicing; se réjouir de qch to be delighted at [nouvelle]; to be delighted with [succès, projet]; to delight in [bonheur, malheur]; se réjouir de faire to be delighted to do; se réjouir que to be delighted that; se réjouir à l'idée or à la pensée que to be delighted at the thought that; se réjouir à l'avance de to look forward to [événement] ; je me réjouis à l'avance du dépit qu'il va éprouver I can't wait to see how disappointed he'll be.[reʒwir] verbe transitifça ne me réjouit guère d'y aller I'm not particularly keen on ou thrilled at going————————se réjouir verbe pronominal intransitif -
2 réjouir
ʀeʒwiʀv1) erfreuen2)réjouirréjouir [ʀeʒwiʀ] <8>Beispiel: se réjouir de faire quelque chose sich [darüber] freuen etwas zu tun; (à l'avance) sich darauf freuen etwas zu tun; Beispiel: se réjouir à l'idée de... sich bei dem Gedanken freuen, dass... -
3 réjouir
vt. arguèlyî (Vaulx.082), R.2 => Houx.A1) se réjouir, jubiler: s'arguèlyî (082), s'arglyî (Albanais 001), R.2 ; se r(é)zho-i vp. (Sevrier, Thônes | Chambéry), se rézo-i (Marthod), se réjou-i (Albertville) ; étre kontê < être content> (001).A2) se réjouir (à l'idée) de, se réjouir d'avance de: s'alèzhî de vp. (Alex 019, Balme-Sillingy 020, Saxel), s'élèzhî (019, 020). - E.: Alléger, Léger.A3) trépigner de joie: trepenyé de zhwé (Arvillard), seutâ d'plyézi (Albanais). -
4 verblijden
1 [een genoegen doen] réjouir♦voorbeelden:bijzonder verblijd zijn • être transporté de joieiemand met iets verblijden • faire à qn. la surprise de qc.verblijdend • réjouissantII 〈wederkerend werkwoord; zich verblijden〉♦voorbeelden:1 zich over iets verblijden • se réjouir (à l'idée) de qc. -
5 verheugen
I 〈wederkerend werkwoord; zich verheugen〉1 [blij zijn] se réjouir (de)♦voorbeelden:zich op iets verheugen • se réjouir à l'idée de qc.II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [verblijden] réjouir♦voorbeelden:dat verheugt mij zeer • j'en suis ravidie tijding verheugde ons zeer • nous fûmes transportés de joie à cette nouvelle -
6 gedachte
♦voorbeelden:de achterliggende gedachte is dat … • l'idée qui se trouve derrière est que …dit zal je waarschijnlijk op andere gedachten brengen • tu devras sans doute réviser ton point de vueiemands innigste gedachten • les pensées les plus intimes de qn.een gedachte onder woorden brengen • formuler une penséezijn gedachten bij elkaar houden • rassembler ses idéeszijn gedachten bij iets houden • se concentrer sur qc.de gedachte koesteren • caresser l'idéezijn gedachten de vrije loop laten • s'abandonner à ses penséeszijn gedachten over iets laten gaan • réfléchir à qc.iemands gedachten lezen • lire dans la pensée de qn.een gedachte opwekken • susciter une idéezijn gedachten uitdrukken • exprimer sa penséeeen gedachte uiten • exprimer une idéewaar zijn je gedachten? • où as-tu la tête?ik u bedriegen, wat een gedachte! • vous tromper, moi, quelle idée!de gedachte alleen al • rien que d'y penserde gedachte aan zijn vrouw • la pensée de sa femme(diep) in gedachten zijn • être absorbé dans ses penséesiets in gedachten doen • faire qc. sans y penserik zal het in gedachte houden • j'y penseraiin zijn gedachte(n) • dans son espritiets in (zijn) gedachten houden • ne pas perdre qc. de vueiets in zijn gedachten nemen • prendre qc. en considérationer niet bij zijn met zijn gedachten • avoir la tête ailleursop de gedachte komen om • s'aviser denooit uit iemands gedachten zijn • ne jamais sortir de l'esprit de qn.van gedachten wisselen • échanger des points de vuevan gedachten veranderen • changer d'aviszijn eerste gedachte was • sa première pensée fut (de)→ link=wens wensiemand tot andere gedachten brengen • amener qn. à changer d'avisiemand tot betere gedachten brengen • ramener qn. à de meilleures penséesin gedachte(n) met, van iemand verschillen • ne pas partager l'avis de qn.op twee gedachten hinken • ne savoir sur quel pied danservan gedachte zijn dat • être d'avis que -
7 лаская
гл flatter, aduler, flagorner; лаская честолюбието на някого flatter l'amour-propre de qn; прен (радвам) flatter, réjouir; лаская се от мисълта (, че) se flatter (se réjouir) а l'idée (de) а faire le chien couchant. -
8 leven
leven1〈 het〉♦voorbeelden:een bruin leven • une vie de cocagneeen dubbel leven leiden • mener une vie doublehet leven wordt steeds duurder • (le coût de) la vie ne cesse d'augmenterzijn eigen leven leiden • vivre sa viedat verhaal is een eigen leven gaan leiden • ce récit est devenu un tout indépendant du contexteeen lekker leventje leiden • se la couler doucedat is een lekker leventje • c'est la belle vieals je leven je lief is • si ta vie t'est précieuseeen lui leventje • une petite vie pépèrenieuw leven inblazen • revitalisereen nieuw leven beginnen • refaire sa viehet ongeboren leven • la vie foetaleeen ongeregeld leven leiden • mener une vie de bâton de chaiseeen teruggetrokken leven leiden • mener une vie retiréeeen verdorven leven leiden • mener une vie dissolueeen vrolijk leventje leiden • mener joyeuse viehij danste alsof zijn leven er van afhing • il dansait comme si c'était une question de vie ou de mortzich het leven benemen, zich van het leven beroven • se suiciderals vrijgezel door het leven gaan • être célibatairezijn leven hangt aan een zijden draad(je) • sa vie pend à un filhet leven erbij inschieten • y laisser la viezo is het leven • c'est la vieiemand het leven laten • laisser la vie sauve à qn.iemand het leven ontnemen • ôter la vie à qn.zijn leven redden • sauver sa viehet leven schenken aan • donner la vie àhoe staat het leven? • comment ça va?voor zijn leven strijden • défendre sa peauzijn leven wagen • risquer sa viemijn leven lang • ma vie durantbij, tijdens zijn leven • de son vivantzich door het leven slaan • se débrouiller dans la viein leven • en vieiets in het leven roepen • mettre qc. sur piedhet leven in het hiernamaals • (la vie de) l'au-delàmet zijn leven spelen • risquer sa vieiemand naar het leven staan • attenter à la vie de qn.om het leven komen • trouver la mortiemand om het leven brengen • tuer qn.uit het leven gegrepen • pris sur le vifvan zijn leven niet • jamais de la vieheb je van je leven! • a-t-on jamais vu ça!voor zijn leven geborgen zijn • avoir du foin dans ses bottes pour le restant de ses jourshij is voor zijn leven ongelukkig • il est malheureux pour la vievoor het leven benoemd • nommé à viezij heeft geen leven bij die man • ce n'est pas une vie (pour elle) auprès de cet hommeeen leven als een luis op een zeer hoofd hebben • vivre comme un coq en pâte〈 spreekwoord〉 zolang er leven is, is er hoop • tant qu'il y a de la vie, il y a de l'espoir¶ dat brengt leven in de brouwerij • 〈 het wordt levendig〉 cela met de l'entrain; 〈 de zaken gaan vooruit〉 les affaires prennent tournuretoen begon het lieve leventje • …, ce qui mit le feu aux poudreswat is er een leven op straat! • quelle animation il y a dans la rue!leven maken • faire du tapagezij is in het leven • elle est prostituéenaar het leven tekenen • dessiner d'après natureeen leven als een oordeel • un tapage infernal————————leven21 vivre♦voorbeelden:leeft die vaas nog? • ce vase n'est toujours pas cassé?blijven leven • rester en viemen moet leven en laten leven • il faut vivre et laisser vivrewe moeten daar nog een jaar mee leven • il faudra supporter cela un an encorestil gaan leven • se retirer des affairesin angst leven • vivre dans l'angoissemet deze man valt niet te leven • cet homme est invivablenaar iets toe leven • se réjouir à l'idée de qc.leven tussen hoop en vrees • flotter entre l'espoir et la craintehij leeft van rijst • il vit de rizvan zijn rente leven • vivre de ses renteshij heeft genoeg om van te leven • il a de quoi vivrevan dit vak kun je niet leven • ce métier ne nourrit pas son hommezo waar als ik leef • aussi vrai que j'existezij leven langs elkaar heen • ils vivent chacun de leur côtémen moet ermee leren leven • il faudra bien s'y faire〈 spreekwoord〉 wie dan leeft, die dan zorgt • qui vivra, verra¶ leve de koningin! • vive la reine!dat portret leeft • ce portrait vitdeze romanpersonages leven • les personnages de ce roman sont vrais -
9 naar iets toe leven
naar iets toe levense réjouir à l'idée de qc. -
10 zich op iets verheugen
zich op iets verheugense réjouir à l'idée de qc. -
11 zich over iets verblijden
zich over iets verblijdense réjouir (à l'idée) de qc. -
12 zich verheugen bij de gedachte aan iets
zich verheugen bij de gedachte aan ietsse réjouir à l'idée de 〈+ onbepaalde wijs〉Deens-Russisch woordenboek > zich verheugen bij de gedachte aan iets
-
13 réjoui
réjoui, e [ʀeʒwi][air, mine] joyful* * *réjouie ʀejwi adjectif [air, mine] cheerful* * *ʀeʒwi adj réjoui, -e* * *A pp ⇒ réjouir.B pp adj [personne, air, mine] cheerful; tout réjoui de son succès delighted with his success; tout réjoui à l'idée de delighted at the thought of.avoir ou prendre un air réjoui to look cheerful -
14 consolare
I. consolare v. ( consólo) I. tr. 1. consoler: consolare un bambino consoler un enfant; consolare gli afflitti consoler les malheureux; le tue parole mi consolano tes paroles me consolent. 2. ( rallegrare) réjouir: mi consola il pensiero di rivederti je me réjouis à l'idée de te revoir. 3. ( ricreare) réconforter. 4. ( ristorare) consoler, soulager. II. prnl. consolarsi 1. se consoler: il bambino si consolò alla vista del regalo l'enfant se consola à la vue du cadeau. 2. (rallegrarsi, rincuorarsi) se réjouir: mi consolo al vederti in buona salute je me réjouis de te voir en bonne santé; anche tu ogni tanto fai degli errori: mi consolo! toi aussi tu te trompes de temps en temps: cela me fait plaisir! 3. ( rassegnarsi) se consoler. II. consolare agg.m./f. consulaire (anche Stor.rom): visto consolare visa consulaire. -
15 arridere
arridere v.intr. (pres.ind. arrìdo; p.rem. arrìsi; p.p. arrìso; aus. avere) ( lett) 1. ( essere favorevole) sourire: la sorte (o la fortuna) gli arrise la chance lui sourit; la vittoria gli ha arriso la victoire lui a souri. 2. ( piacere) réjouir, enchanter, sourire: l'idea non mi arride l'idée ne me réjouit pas; la prospettiva non mi arride la perspective ne m'enchante pas, la perspective ne me sourit guère. -
16 око
ср 1. (орган на зрението) њil m; имам големи очи avoir des yeux gros; имам малки очи avoir de petits yeux (avoir) des yeux de cochon); имам изпъкнали очи avoir des yeux saillants (avoir des yeux а fleur de tête); котешки очи yeux de chat; биволски очи yeux de bњuf; 2. прен (поглед) имам силни очи avoir de bons yeux; имам живи очи avoir l'њil vif (des yeux vifs); имам лукави (зли) очи avoir l'њil malin (méchant); вървя с очи в земята marcher les yeux а terre (les yeux fichés en terre) а бия на очи frapper les yeux, sauter aux yeux; бода в очите crever les yeux; вадя си очите (с нещо) se crever (s'échiner, se tuer) au travail; вадя си очите se manger le blanc des yeux; вземам го на око (на очи) prendre en grippe qn; взеха ми се очите donner dans l'њil; влизам в очи attirer les regards, donner l'éveil; вместо да изпише вежди, изважда очи jeter l'enfant avec l'eau sale; подигравам се в очите някому se moquer en face de qn, rire au nez de qn; гарван гарвану око не вади les loups ne se mangent pas entre eux; гледам някого в очите regarder dans les yeux qn; гледам с четири очи а) (желая много) regarder de tous ses yeux; б) (внимавам добре) être tout yeux, tout oreilles; говоря (казвам) право в очите някому dire les vérités а qn, planter qch au nez de qn, crâcher son fait а qn; догдето ти очи видят tant que la vue se peut étendre, а perte de vue; за очи pour sauver les apparences; замазвам очите някому donner dans l'њil (dans les yeux, dans la vue) de (а) qn, donner la berlue а qn; затварям си очите пред нещо fermer les yeux sur qch; затварят ми се очите avoir du sable dans les yeux; избождам (изваждам) си очите да чета (шия, бродирам и пр.) разг se brûler les yeux а lire (а coudre, а broder, etc.); издига ми се в очите faire grand cas de qn, avoir une haute idée de qn; имам дебели очи avoir du culot, être culotté; имам набито око avoir l'њil exercé; лоши очи mauvais њil; между (на четири) очи entre quatre yeux; премервам на око mesurer des yeux (avec les yeux); навирам някому нещо в очите reprocher continuellement qch а qn; напълвам очите си repaître ses yeux; не вярвам на очите си ne pas en croire ses yeux; не мога да гледам някого в очите ne pas oser regarder qn en face; обичам някого повече от очите си aimer qn mieux que ses yeux; обръщам очи (поглед) към някого или нещо tourner ses regards vers qn (qch); око за око, зъб за зъб њil pour њil, ent pour dent; око ми не мига s'en ficher, s'en foutre; око то му все натам гледа n'avoir de vues que pour; ocтанаха ми очите в (по) някого или нещо n'avoir d'yeux que pour qn ou qch; отваряй си очите ouvre l'њil; отваряй си хубаво очите! разг ouvre l'њil et le bon! (разг); отварям някому очите разг ouvrir (dessiller) les yeux а (de) qn; отвориха ми се очите mes yeux se dessillèrent, les écailles me tombèrent (de mes yeux); очите му (и) играят на четири jouer de la prunelle; пазя го като зеницата на очите си conserver qch comme la prunelle de ses yeux; плакна си очите se rincer l'њil; правя мили очи някому faire les yeux doux (les doux yeux); причерня ми пред очите а) (лошо ми стана) défaillir, tomber en faiblesse, avoir le vertige; б) (много съм ядосан) regarder noir; светвам и очите se désattrister, se réjouir; склопям очи fermer les yeux; tourner de l'њil; трън съм в очите на някого разг ne pouvoir flairer qn; умирам с отворени очи разг а mourir sans avoir réalisé ses désirs; хващам очи (пълня окото) donner dans l'њil (dans les yeux, dans la vue); хвърлям око на нещо avoir des vues sur qch; хвърлям прах в очите на някого jeter de la poudre aux yeux de qn; черно ми стана пред очите avoir le cњur gros, broyer du noir; разг être en humeur noire. -
17 verkneukelen
〈wederkerend werkwoord; zich verkneukelen〉1 [verkneuteren] jubiler2 [zich de handen wrijven] se frotter les mains♦voorbeelden:zich in iets verkneukelen • se réjouir vivement de qc. -
18 warm
warm [wɔ:m](a) (moderately hot) chaud;∎ Meteorology a warm front un front chaud;∎ a warm oven un four moyen;∎ warm milk lait m chaud;∎ I can't wait for the warm weather j'ai hâte qu'il fasse chaud;∎ it's getting warmer (of weather) il commence à faire plus chaud;∎ this soup is barely warm cette soupe est à peine chaude ou est tiède;∎ will you keep dinner warm for me? peux-tu me garder le dîner au chaud?;∎ does that coat keep you warm? est-ce que ce manteau te tient chaud?;∎ it's a difficult house to keep warm c'est une maison difficile à chauffer;∎ are you warm enough? avez-vous assez chaud?;∎ I can't seem to get warm je n'arrive pas à me réchauffer;∎ the room is too warm il fait trop chaud ou on étouffe dans cette pièce;∎ the bedroom was nice and warm il faisait bon ou agréablement chaud dans la chambre;∎ am I right? - you're getting warmer! est-ce que j'y suis? - tu chauffes!(b) (clothing) chaud, qui tient chaud∎ he's a very warm person, he has a warm heart il est très chaleureux;∎ she has a warm relationship with her mother elle a une relation très affectueuse avec sa mère;∎ give my warmest wishes to your wife toutes mes amitiés à votre femme(e) (hearty → greeting, welcome) chaleureux, cordial; (→ thanks) vif; (→ admirer, support) ardent, enthousiaste; (→ applause) chaleureux, enthousiaste; (→ smile) accueillant(g) (scent, trail) récent∎ she warmed her hands by the fire elle s'est réchauffé les mains au-dessus du feu;∎ come and warm yourself at the fire viens te chauffer ou te réchauffer près du feu;∎ the sight was enough to warm the cockles of your heart! c'était un spectacle à vous chauffer ou réchauffer ou réjouir le cœur!∎ they warmed to one another immediately ils se sont pris de sympathie immédiatement;∎ you'll soon warm to the idea tu verras, cette idée finira par te plaire;∎ the speaker began to warm to his subject le conférencier s'est laissé entraîner par son sujet;∎ "then…", he continued, warming to his theme "puis…", poursuivit-il, entraîné par son sujet4 noun∎ familiar come into the warm viens au chaud ou où il fait chaud□ ;∎ to give sth a warm réchauffer qch□ ;∎ I'll give the coffee a warm je vais réchauffer le café;∎ give your hands a warm at the fire réchauffe-toi les mains devant le feu►► Computing warm boot redémarrage m à chaud;Computing warm start redémarrage m à chaud(after physical effort) = faire des étirements après un échauffement intense(faire) réchauffer complètement➲ warm up(c) (animate → audience) mettre en train, chauffer(a) (become hotter → person) se chauffer, se réchauffer; (→ room, engine, food) se réchauffer; (→ weather) devenir plus chaud, se réchauffer(b) (get ready → athlete, comedian) s'échauffer, se mettre en train; (→ audience) commencer à s'animer(c) (debate, discussion) s'animer;∎ the party began to warm up la soirée commençait à s'animer
См. также в других словарях:
réjouir — vt. arguèlyî (Vaulx.082), R.2 => Houx. A1) se réjouir, jubiler : s arguèlyî (082), s arglyî (Albanais 001), R.2 ; se r(é)zho i vp. (Sevrier, Thônes | Chambéry), se rézo i (Marthod), se réjou i (Albertville) ; étre kontê <être content>… … Dictionnaire Français-Savoyard
réjouir — [ reʒwir ] v. tr. <conjug. : 2> • 1549; resjoïrXIIe; de re et a. fr. esjouir « rendre joyeux » I ♦ V. tr. Mettre en joie, rendre joyeux (cf. Faire plaisir à). « Il n y a pas de plus grande joie que de réjouir un autre être » (A. Gide). La… … Encyclopédie Universelle
joie — [ ʒwa ] n. f. • 1080; goie v. 1050; lat. gaudia, plur. neutre de gaudium, fém. en lat. pop. 1 ♦ Émotion agréable et profonde, sentiment exaltant ressenti par toute la conscience. La joie est différente du bonheur, du plaisir, de la gaieté. « Le… … Encyclopédie Universelle
Pastafarisme — L’emblème du pastafarisme, une parodie de l’ichtus chrétien. Le pastafarisme (pastafarianism en anglais, mot valise faisant référence aux pâtes et au mouvement rastafari) est une parodie de religion … Wikipédia en Français
divertissement — [ divɛrtismɑ̃ ] n. m. • 1494; de divertir 1 ♦ Vx Action de détourner, d écarter. Mod. Dr. Détournement par un copartageant (cohéritier ou conjoint) d une partie de la succession ou de la communauté. 2 ♦ (1580) Fig. et vieilli Action de détourner… … Encyclopédie Universelle
lèvre — [ lɛvr ] n. f. • Xe; lat. labra, plur. neutre de labrum, pris pour le féminin I ♦ 1 ♦ Anat. Chacune des régions qui bordent la bouche intérieurement et extérieurement, limitées en haut par le nez (lèvre supérieure), en bas par le sillon… … Encyclopédie Universelle
BONHEUR — Tout homme veut être heureux, et cela suffit peut être à définir, au moins provisoirement, le bonheur: il est ce que chacun désire, non en vue d’une autre chose (comme on désire l’argent pour le luxe ou le luxe pour le plaisir) mais pour lui même … Encyclopédie Universelle
PLAISIR — Le plaisir occupe une place décisive dans la culture occidentale, où il engage d’abord tout l’édifice moral . Faut il l’éviter, le rechercher, le situer, le doser? Tel est l’objet de la réflexion populaire, mais aussi des raffinements… … Encyclopédie Universelle
SACRÉ — Tout discours sur la catégorie de sacré pose un problème de méthode, car celle ci se présente d’emblée sous une double face. Pour l’homme de science, elle constitue un concept analytique qu’il applique, avec plus ou moins de bonheur, à l’étude… … Encyclopédie Universelle
frotter — [ frɔte ] v. <conjug. : 1> • XIIe; a. fr. freter, devenu froter par substit. du suff.; lat. pop. °frictare, fréquent. de fricare I ♦ V. tr. 1 ♦ Exercer sur (qqch.) une pression accompagnée de mouvement (⇒ friction, frottement), soit en… … Encyclopédie Universelle
EUCHARISTIE — À l’origine, un événement: selon un usage juif, Jésus a partagé avant de mourir un repas avec ses disciples, rompant avec eux le pain «qui était son corps», et il les a invités à «faire cela en mémoire de lui». Ce repas religieux aux multiples… … Encyclopédie Universelle
